Is de mens merkwaardig als hij staand onder de douche
zijn gedachten breekt over de vreemde schaduw,
die over de washand op de rand van de wastafel valt
en zo tot de conclusie komt dat de duivel een pact sloot met zijn endeldarm
en nu zich rein presenterend loert op achterlijke penetratie,
terwijl de straal water op zijn hoofd zeker urine moet zijn of erger nog,
hersenvocht van de geesten, die door de leidingen van Amsterdam
vermoeid hun voortgang kiezen,
dolend, amechtig de adem van het riool tot levensader kiezen,
naar beneden kijkt en ziet dat hij langzaam door het afvoerputje wordt weggezogen
en zo verdoemd is zijn toekomst te slijten tussen oorlogen van chloor en bacterie?