Jij was mijn spirituele siamees,
begreep wat ik dacht te zeggen.
We vertrouwden elkaar in en door,
als twee mensen met hersenen vergroeid,
in onwrikbare gemeenschap en idee.
Nooit meer de angst van eenzaam zijn.
Geen dwaling door eindeloos zwart.
Toch bleek de illusie
door geen fundament gedragen.
Nooit, denk nooit mijn medemens,
dat diep gewortelde vriendschap
voeding vindt in de basis van een ander.